Winnaar ARC22 Innovatie Award
Huis van de gemeente Voorst
Architectenbureau De Twee Snoeken
Architect Joost Roefs wil gebouwen maken waar zijn kleinkinderen later trots op zijn. Met het huis van de gemeente Voorst in Twello hoopt hij op de goede weg te zitten. Hier is het bestaande betonnen casco hergebruikt en zijn de meeste toegepaste materialen biobased. Bijzonder is de enorme kalkhennep gevel, een experiment waarvoor ook de opdrachtgever zijn nek uitstak.
Tekst Merel Pit Beeld DutchDubai / Fatima Benhaddou
In Twello stond al een gemeentehuis. Gebouwd in begin jaren tachtig naar ontwerp van Broekbakema. Maar het voldeed niet meer aan de huidige duurzaamheids- en comforteisen: de indeling was hokkerig, de verdiepingsvloeren waren relatief laag en het idee om het gebouw natuurlijk te ventileren kwam niet goed uit de verf. Alles dan maar slopen, zoals vaak bij oude gemeentehuizen gebeurt? Nee, dacht Joost Roefs, architect bij de Twee Snoeken. Want wel geslaagd was de heldere betonstructuur van vloeren, kolommen en liggers. Die is daarom behouden en vormde het vertrekpunt voor het ontwerp. De entree is verplaatst naar de andere kant en de ‘oksel’ is overkapt met een houtenconstructie om plaats te maken voor de twee verdiepingen hoge ontvangsthal – die de werkvloeren met elkaar verbindt – en een ruime raadszaal.
Kalkhennep aanstampen
Als je vanuit het centrum van Voorst aankomt, valt meteen de enorme kalkhennepgevel op met in het midden de nieuwe, voorname entree dankzij een enorme luifel. De gevel heeft een gemarmerde structuur die doet denken aan natuursteen. Het is alsof tussen de zichtbare betonnen penanten enorme platen van travertin zijn geplaats. Maar schijn bedriegt. Eenmaal dichterbij blijkt het oppervlak niet glad maar ruw te zijn. De hennepvezels zijn duidelijk te zien en te voelen. Hier zijn geen panelen naartoe getakeld, maar hebben veertien vrouwen en mannen naast elkaar op een hefstijger kalkhennep staan aanstampen. Elke dag een vak van zo’n vijftien meter breed en zeven meter hoog, bijna drie maanden lang.
Nooit eerder is in Nederland een kalkhennep gevel op deze schaal toegepast. Omdat de draagconstructie er al was, was alleen een goed isolerende schil nodig. Nadat stampleem afviel – dat is wel dragend maar niet isolerend –, zocht Roefs naar een ander natuurlijk materiaal met een mooie structuur. Kalkhennep bleek ideaal. Niet alleen is het isolerend, maar ook dampopen en vochtregulerend, wat ten goede komt aan het binnenklimaat.
Door een behandeling met de mineraalverf keim wordt de kalkhennep beschermd en tegelijkertijd blijft de bijzondere marmerstructuur goed zichtbaar.
Tand des tijds
Kalkhennep is bovendien een stuk duurzamer dan stampleem. Want hennep is hergroeibaar, neemt veel CO2 op dient als grondverbeteraar in de akkerbouw. Zo groeide de hennep voor het gemeentehuis op een akker in de provincie Groningen en is de kalk gewonnen uit een mijn in Engis, België, in de buurt van Luik.
Toch was de wethouder, een uitgesproken voorstander van duurzaamheid in bouwprojecten, niet meteen overtuigd dat hier een kalkhennepgevel de traditionele bakstenen spouwmuur moest vervangen. De overweging was niet zozeer financieel – het verschil was relatief klein –, maar de vraag was hoe de gevel de tand des tijds zou doorstaan. Veel referentieprojecten zijn er nog niet om het risico in te kunnen schatten. Zeker niet waarbij de structuur van het materiaal in het zicht is gelaten.
Roefs nam zijn opdrachtgever mee naar twee projecten. Allereerst naar een supermarkt in België. Voor de gevel van een kleine aanbouw was ook kalkhennep gebruikt, maar die was door scheuren weinig overtuigend. Het woonhuis in Oudega ontworpen door Werkstatt zag er beter uit – goed uitgevoerd en in prima conditie.
Vijftig procent transparant
Door de behandeling met lijnolie wordt de kalkhennep beschermd en tegelijkertijd blijft de bijzondere marmerstructuur goed zichtbaar. Dit was wat Roefs voor ogen had. Nadeel van lijnolie is dat je elke drie jaar een nieuwe laag moet aanbrengen. Voor een woonhuis wellicht nog te doen, maar voor een gemeentehuis van bijna zesduizend vierkante meter nogal kostbaar. In keim werd een alternatief gevonden. Keim is een mineraalverf die zich goed hecht aan de ondergrond en dampopen is, vaak gebruikt voor het afwerken van beton en metselwerk. Na enkele testen bleek het goed samen te gaan met kalkhennep. Uiteindelijk is gekozen voor een variant die voor vijftig procent transparant is. In de andere vijftig procent zit een lichte kleur met uv-blocker om de gevel te beschermen tegen zonlicht.
Aan de achterkant van het gebouw komt die lichte kleur wellicht nog van pas. Daar zitten enkele donkere plekken in het natuurlijke materiaal, waarschijnlijk veroorzaakt door het slechte weer tijdens de realisatie. Wellicht trekken de plekken nog weg; het drogen van de gevel duurt langer dan gedacht. De keim is daarom nog niet aangebracht.
Zo liepen er tijdens de realisatie van de kalkhennepgevel wel meer zaken anders dan voorzien. Op sommige plekken was de bekisting niet sterk genoeg waardoor de kalkhennep te veel uitzette, en op andere plekken lieten stukken los. Inmiddels is dit allemaal hersteld. Het waren dan ook relatief kleine onvolkomenheden gezien de omvang van dit experiment. Een gemetselde gevel had zonder twijfel bij zowel de architect, de projectleider als de opdrachtgever enkele slapeloze nachten gescheeld, maar goed, de bouwcultuur veranderen gaat niet zomaar.
Detailloos ontwerpen
Dat voor Roefs duurzaam bouwen geen dogma is, blijkt uit de aluminium kozijnen en verticale strips op de gevel. Ze geven de gevel wat meer cachet; het glimmende, strakke materiaal contrasteert mooi met de hennepvezels. Het is echter de vraag of het echt nodig was, want de toepassing van kalkhennep levert al een relatief strak gevelbeeld op, aangezien je haast detailloos kunt ontwerpen. Zonder folies of andere materialen past een stelkozijn van veertig centimeter met gemak in de dikke wand. De aansluiting is meteen luchtdicht en isolerend. Geen extra randjes, niks. Volgens Roefs was echter het aluminium nodig om een gebouw te maken dat tijdsbestendig is en waar mensen van houden. Want dat is uiteindelijk zijn doel.
Nu is het afwachten of zijn kleinkinderen later vol trots afreizen naar Twello om het gemeentehuis te aanschouwen. De grote vraag is hoe ze dan de kalkhennep gevel aantreffen. Mocht die eerder toe zijn aan vernieuwing, dan is die op een kavel van 13,5 hectare binnen negentig dagen terug gegroeid. Dat kun je van een bakstenen gevel niet zeggen.