Juryrapport ARC22 Architectuur Award
Werken met 'geleende structuren'
De jury van de ARC22 Architectuur Award nomineert dit jaar drie transformatieprojecten. Die demonstreren op inspirerende wijze hoe ‘geleende structuren’ drager kunnen zijn voor buitengewone architectuur die belangrijke maatschappelijke thema's agendeert en tegelijk voorbeeldstellend is als het gaat om duurzaamheid. Na intensief beraad wijst de jury Campus Cadix in Antwerpen aan als winnaar.
Tekst Hans Fuchs
Meer dan 150 projecten zijn ingezonden voor de ARC22 Architectuur Award. De redactie van De Architect bracht dit terug tot een longlist van 52 projecten. Aan de jury de opgave om hieruit drie nominaties en uiteindelijk een winnaar te selecteren. Geen eenvoudige opgave, blijkt op de eerste jurybijeenkomst en tijdens de rondrit langs de genomineerde projecten.
Als leidraad hanteert de jury twee uitgangspunten; een hoge kwaliteit op alle schaalniveaus en de integrale meerwaarde van duurzaamheid op deze kwaliteit. Duurzaamheid vat de jury op in de breedste zin van het woord, beginnend bij de bron: het werken met wat voorhanden is. Deze uitgangspunten leiden uiteindelijk tot de nominatie van drie transformatieprojecten: het Schoenenkwartier in Waalwijk, Straf! School met lef in Beringen en Campus Cadix in Antwerpen.
Transformatieprojecten lenen zich bij uitstek om, toegerust met een nieuw programma, hernieuwd het gesprek aan te gaan met de omgeving.
Elk van deze projecten bezit volgens de jury een uitzonderlijk hoge architectonische kwaliteit, maar ook een overduidelijke meerwaarde als gevolg van het werken vanuit de bestaande context en met de bestaande gebouwen. De genomineerde projecten demonstreren stuk voor stuk hoe de omgang met het bestaande en het benutten van ‘geleende structuren’ erfgoed weet te 'upcyclen' met duurzame en toekomstgerichte ingrepen, die vaak ook reversibel zijn. Transformatieprojecten lenen zich daarnaast bij uitstek om, toegerust met een nieuw programma, hernieuwd het gesprek aan te gaan met de omgeving.
Drie nominaties
Opvallend is dat twee van de drie genomineerden projecten in Vlaanderen staan. De jury ziet in de Vlaamse inzendingen voor de ARC22 Architectuur Award opmerkelijk veel durf en creativiteit. De ontwerp- en bouwcultuur hebben hier overduidelijk een positieve uitwerking op de gebouwde omgeving.
Het Schoenenkwartier
Civic Architects
↑ Beeld Stijn Bollaert
Tijdens de rondrit langs de genomineerde projecten bezoekt de jury als eerste het Schoenenkwartier in Waalwijk. Het ontwerp van Civic Architects is museum en innovatiecentrum tegelijk. Het Schoenenkwartier bezit een collectie van 12.000 schoenen, labs, een onderzoeksbibliotheek en een auditorium. Het instituut huist tegen en deels in het raadhuisensemble van architect A.J. Kropholler (1932, rijksmonument) en hergebruikt op inventieve wijze een kantoorpand uit de jaren tachtig. Blikvangers in die nieuwe museumruimte zijn grote in beton en baksteen uitgezaagde ronde openingen in de kantoorgevels. Die verknopen het herbestemde pand fraai met de nieuwe tuinzaal van het instituut en refereren tegelijk eigenzinnig aan de getoogde arcades van Kropholler. Dankzij aandacht voor het detail ontvouwen zich de verschillende jaarringen in het gebouw. Met de inzet van materialen als kalkhennep en een op duurzame wijze uit keramisch afval vervaardigde tegelwand richt het instituut de blik op de toekomst. Deze aandacht voor duurzaamheid en circulariteit vindt de jury bijzonder.
De jury ziet in het Schoenenkwartier een architectuuropdracht die aangegrepen is om ook aan de slag te gaan met maatschappelijke vraagstukken, zoals de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en het inzetten van ambacht. Er is in het ontwerp veel aandacht voor het thuis voelen en welbevinden van de mens. De transformatie van een relatief jong kantoorpand en de buitengewone doorbrekingen noemt de jury zeer geslaagd.
Straf! School met lef
a2o architecten & AAC Architecture
↑ Beeld Stijn Bollaert
Als tweede bezichtigt de jury Straf! School met lef in het Belgische Beringen, van a2o architecten en AAC Architecture. In het voormalige vestiairegebouw van een steenkoolmijn zijn twee scholen samengebracht. Het transformatieproject is onderdeel van Be-MINE, de grootste industriële erfgoedsite van Vlaanderen. De architecten zagen de opgave als 'werken met een geleende structuur' en vlogen de opgave spaarzaam en bescheiden aan. De bestaande betonstructuur en gevel waren leidend en alle ingrepen zijn reversibel. Vides en een genereuze betonnen trap vormen structurerende elementen. Om een fatsoenlijke hoogte te krijgen in de klaslokalen op de begane grond is de vloer verlaagd. Dit heeft als bijkomend voordeel dat de kleuterklassen direct grenzen aan de groene buitenspeelplaats. De – in Belgische schoolgebouwen verplichte - overdekte speelplaats is hier niet gerealiseerd met een overkapping van een buitenruimte, maar door het inventieve gebruik van het gebouw zelf als 'overkapping'.
De jury heeft bewondering voor de rake klap waarmee dit erfgoed is getransformeerd tot een buitengewone leeromgeving. Hier is, zo de jury, de vraag gesteld en beantwoord: wat heeft een kind nodig? Kwaliteit huist volgens de jury ook in de spaarzaamheid van de ingrepen; hier is door de ontwerpers niet meer gedaan dan nodig.
Het benutten van de overmaat in lokalen en middengang, maakt het leerplein tot een meanderende ruimte die kinderen letterlijk alle ruimte biedt om te interacteren – zonder anderen te storen. Tegelijkertijd is hier alle ruimte voor groei in de vorm van extra lokalen in de toekomst. Ook op detailniveau en in het materiaalgebruik is het project verrassend, vindt de jury. De inbouw is met uiterste aandacht voor het bestaande gedetailleerd.
Als onderdeel van de herbestemming van het complete Be-MINE terrein overtuigt het project evenzeer. Bij de transformatie van terrein en vestiaregebouw wordt en is nauw samengewerkt met Onroerend Erfgoed, Monumentenzorg en de Limburgse Reconversie Maatschappij. Zo is naar de mening van de jury een project gerealiseerd met belang voor de lokale gemeenschap en met een (boven)regionale uitstraling. Zo vertelt de school een verhaal van het verleden en geeft een zet richting de toekomst, aldus de jury.
Campus Cadix
Korteknie Stuhlmacher Architecten
↑ Beeld Karin Borghouts, Luuk Kramer, Maurice Tjon en Leon Verhoeven
Als laatste bezoekt de jury de Campus Cadix in Antwerpen naar ontwerp van Korteknie Stuhlmacher Architecten. Campus Cadix is een spannend complex waar oud en nieuw op allerlei manieren symbiotisch in elkaar grijpen. In de campus zijn een kunstzinnige en een technische middelbare school samengevoegd. Korteknie Stuhlmacher Architecten sleutelde en sleep dertien jaar lang aan de bouwstenen van de campus: oude havenloodsen, een school met monumentenstatus en een fors nieuwbouwblok. Die lange adem is volgens de jury zichtbaar in het afgewogen eindresultaat. De zorgvuldige inpassing in de context is onderscheidend, net als het gebruik van de bestaande structuur. Campus Cadix munt daarbij uit door vakmanschap op alle schaalniveaus.
De jury waardeert in Campus Cadix het rijke samenspel van oud en nieuw en de wijze waarop met materiaal, kleur en detail de organisatie en herkenning in de school is gebracht. Alle nieuwe constructieve structuur in de oudbouw is uitgevoerd in hout, de volumes zijn ruimtelijk sterk en slim ingepast en toegevoegd. De met aandacht ontworpen flexibele kolommenstructuur van de nieuwbouw maakt dat de school in de toekomst kan veranderen en groeien.
Door voorbij de grenzen van de opdracht te kijken en het gehele bouwblok onder handen te nemen is het gelukt om een bouwblok te maken waarin de school van twee zijden daglicht krijgt en de later door derden gerealiseerde woningen licht, zicht en met name ook privacy hebben. De nieuwbouw voegt zich als vanzelfsprekend in haar omgeving. Dit wordt nog eens versterkt door referenties in vorm en materiaalgebruik naar de omgeving.
En de winnaar is ....
Uit de drie genomineerde projecten kiest de jury na intensief beraad en veel discussie Campus Cadix als winnaar. Het programma is in dit winnende project bijzonder; het plaatst, met trots, een vakschool midden in de maatschappij en in een wijk die gentrificeert. De school is nog een van de weinige plekken waar een brede doorsnede én de diversiteit van de samenleving samen komt.
De ruimtelijke kwaliteit en de inpassing in de bestaande stedelijke omgeving is een van de belangrijkste (en moeilijkste) programma’s van nu. Campus Cadix toont zich hierin een buitengewoon geslaagd voorbeeld, met name door de aanpak van de complexiteit van de opgave door alle lagen heen. Ingrepen zijn gebaseerd op een grondige analyse en waardestelling van de bestaande architectuur. Ook de verbeterslag die ontstond door voorbij de grenzen van de opdracht te kijken is veel waardering waard en demonstreert de kritische houding die men van een architect verlangt.
De ontwerpers traden de complexiteit van deze opgave-met-lange-adem tegemoet zonder de aandacht te laten verslappen. Korteknie Stuhlmacher Architecten toonde in dit project grote verantwoordelijkheid en demonstreert de waarde van een zekere vorm van zelfstandigheid in het proces. Zo illustreert Campus Cadix dat goede architectuur ook gaat over houding: hoe sta je als architect in het vak, waar laat je je door sturen?
Jury ARC22 Architectuur Award De jury van de ARC22 Architectuur Award bestaat uit Lyongo Juliana (Lyongo Architecture, juryvoorzitter), Gus Tielens (Korth Tielens Architecten), Jolijn Valk (Urban Echoes), Lonneke Zuijdwijk (directeur Heijmans vastgoed) en Merel Pit (secretaris).
De ARC22 Architectuur Award is een initiatief van KUBUS en De Architect.