Podcast met Hester van Dijk die kiest voor olievlaszwart en meekraprood
“Biobased gebouwen hoeven niet beige te zijn”
↑ Beeld Annick Elzenga Tekst Janek Bosman
Als architect en oprichter van ontwerpbureau Overtreders W moet Hester van Dijk de bureaunaam nog vaak uitleggen. “Vroeger vonden we het een beetje ongemakkelijk om ‘de Overtreders’ genoemd te worden. Dat klinkt alsof je hele stoute dingen doet, maar het is een verwijzing naar Winnie de Poeh. Het is een vertaling van to trespass, oftewel buiten de gebaande paden gaan.”
Voor hun nieuwste project, “The Voice of Urban Nature”, te zien op de Floriade in Almere, is Overtreders W inderdaad afgeweken van standaard bouwmaterialen. Met rode prefab kalkhennepwanden en gesprokkeld hout uit Nederland is het paviljoen een ware duurzame proeftuin. In een nieuwe podcast praten Merel en Tracy hierover door met Hester van Dijk.
Afwijken van de ‘eco-look’ Net als bij het gemeentehuis in Twello van Joost Roefs, heeft Van Dijk gebruik gemaakt van een kalkhennepgevel. Alleen is deze niet ter plekke gestampt, maar in een boerenschuur geprefabriceerd. Bewust koos ze om de kalkhennep rood te kleuren. “Wij vonden het belangrijk om weg te gaan van die ‘eco-look’: dat alles beige wordt als je biobased gaat bouwen.” De rode kleur is uit meekrap gehaald, een plant waarvan de rode wortels al eeuwen worden gebruikt voor pigment.
↑ Beeld Annick Elzenga
Om verder van de standaard ‘eco-look’ af te wijken heeft Van Dijk gebruikt gemaakt van olievlas om het hout zwart te kleuren. “De zaadjes zijn ook nog eens op een duurzame wijze gemalen: met behulp van windkracht in een oude oliemolen op de Zaanse Schans.”
Het hout zelf komt uit alle hoeken van Nederland. “Niet alleen bomen die in de weg stonden, maar ook tweedehands hout: bijvoorbeeld de mast van het VOC-schip naast het Scheepvaartmuseum, en latjes uit een expositie in het Rijksmuseum zijn gebruikt.”