Vita Teunissen:
‘We zeggen niet alleen maar: hier mag je niet aankomen’
↑ Beeld Amy van Leiden Tekst Perry de Kruif
Monumentale waarden zijn volgens architect en architectuurhistoricus Vita Teunissen geen sta-in-de-weg, maar een handreiking voor de architect: ‘Je hoeft niet helemaal vanuit het niets te beginnen, er zijn al gedachten die achter het gebouw liggen.’ Tijdens de tweede aflevering van de podcastreeks ‘(Ge)bouwen met geschiedenis’ gaat ze met Merel Pit en Tracy Metz in gesprek. Ook Herman Hertzberger schuift aan tafel: ‘Wat Vita vertelt, dat geeft mij hoop. Want dat is precies mijn gedachte.’
Voor architectuurhistoricus Vita Teunissen is bouwen met geschiedenis niet onbekend. Als partner van cultuurhistorisch landschapsbureau SteenhuisMeurs vult zij haar werkweek in met het geven van historische context aan actuele opgaven en ruimtelijke plannen. En dit betekent niet dat ze overal bordjes met verboden toegang neerzet. ‘Wij maken ook transformatiekaders. Dat is een belangrijk instrument, omdat het niet alleen maar zegt: hier mag je niet aankomen. Het geeft ook aan hoe je er wél op voort kunt bouwen’.
‘We geven ook aan hoe je er wél op voort kunt bouwen’
Erfgoed als een handreiking voor gedachten Volgens Teunissen is het belangrijk erfgoed niet als een limitatie te zien, maar juist als een bron van gedachtegoed. Zeker bij recent erfgoed kan je makkelijk terug naar de oorspronkelijke gedachten achter het ontwerp. De archieven van de betrokken architecten worden vaak bewaard, door de opvolgers bij het bureau of bij Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Maar de ideeën achter een gebouw zitten niet alleen verworven in het ontwerp. Teunissen: ‘Het verhaal leeft rond in de mensen, je kan er niet omheen deze mee te nemen’. Herman Hertzberger, die ook als gast onderdeel uitmaakt van de podcast, kan zich hierin vinden: ‘gebouwen zijn in dat opzicht net als mensen, beiden maken allerlei dingen mee’.
↑ Beeld Amy van Leiden
De stad is daarom voor Teunissen ook zo belangrijk om te bestuderen. ‘De stad is ons geheugen, die heeft een stuk langere doorlooptijd dan een mensenleven’. De periode tussen de jaren zestig en negentig, tegenwoordig officieel betiteld als Post 65, is voor haar een interessante tijd: ‘ik denk dat ze toen aan aspecten ontwierpen, waaronder collectiviteit en geborgenheid, die we nu juist zo hard nodig hebben’.