Diederik Dam:
‘Hoe hoger het gebouw, hoe lager de kans dat het lukt’
↑ Beeld Florian Braakman Tekst Merel van Casteren
De afgelopen twintig jaar werkte architect Diederik Dam aan de hoogste toren van Nederland: de Zalmhaventoren in Rotterdam. Nu de bouw van de Zalmhaventoren bijna aan haar eind is blikken Merel en Tracy in een podcast met hem terug op de wendingen en draaiingen die het lange proces met zich meebracht.
De Zalmhaventoren maakt met haar 215 meter een spectaculaire impact op de skyline van Rotterdam. Verdeeld over de ongeveer zestig verdiepingen zijn appartementen, kantoren, gedeelde voorzieningen en; een restaurant op hoogte. Het ontwerp- en bouwproces duurde maar liefst twintig jaar.
“Ik hoop dat dit niet exemplarisch is, maar ik vrees het enigszins wel. Het is toch best een heel proces om een gebouw van die hoogte in Nederland daadwerkelijk te realiseren, en dat kost veel tijd,” aldus Diederik Dam. Als zoon van Cees Dam geeft hij leiding aan het Amsterdamse bureau Dam & Partners.
Kleine kanttekening Dat het een combinatie van talenten en geluk is om zo een enorm project te laten slagen, is niet te betwisten. Zoals Dam zelf vertelt: “hoe hoger het gebouw, hoe lager de kans dat het lukt”. Ook bij de Zalmhaventoren waren er veel beren op de weg, en stond het project meer dan eens op wankele voet. Na een tijdje kwam dan toch het groene licht om te gaan bouwen, maar wel met een kleine kanttekening.
↑ Beeld Florian Braakman
Terwijl de bouw al van start was, werd besloten dat de top te duur was. “Only in the Netherlands, zeg ik dan maar”, verzucht Dam. “Toen is er eigenlijk een soort klucht ontstaan, met een soort heen en weer kwartetten waar ook tussenvarianten aan de [welstands-, red.] commissie zijn voorgelegd. Die zijn godzijdank afgewezen. De dynamiek van die bijzondere tussenfase heeft er uiteindelijk wel toe geleid dat we hebben kunnen maken wat er nu staat.”
Als een bouwproces zo lang duurt, is er dan niet een punt waarop hij zich realiseert dat het ook anders had gekund? “Een interessant dilemma is dat, als je zolang aan iets werkt, je eigen skills zich onderweg ontwikkelen. Terwijl je toch ook te maken hebt met iets dat je meedraagt, waar je eerder aan begonnen bent. Hoe je dat moet plooien in de tijd vond ik wel ingewikkeld”, vertelt Dam.
Om te vervolgen: “Het goede nieuws in ons geval is dat we proberen om tijdloze projecten te maken, dus dat helpt een beetje, maar dan nog; je ontwikkelt jezelf en voor je ’t weet zit je met een soort van anachronisme.”