Planproces als voertuig voor succes


Masterplan Kop van Zuid in Rotterdam

Oorspronkelijk verschenen als: "Het planproces als voertuig voor succes. De make-gelieve strategie voor de Kop van Zuid"

Uit het archief

Oorspronkelijk verschenen in de Architect, mei 1993, p74-91


De voortvarendheid waarmee de gemeente Rotterdam werkt aan de vernieuwing van haar verouderde havenareaal tot een internationaal aantrekkelijke bouwlocatie, heeft het project voor de Kop van Zuid een belangrijke plaats bezorgd in het open debat over de ontwikkeling en transformatie van de stad.

Tekst Janny Rodermond en Harm Tilman

↑ Inpassing van de Kop van Zuid in de stad, 1989

De Wilhelminapier, de voormalige afmeerpier van de schepen van de Holland Amerika Lijn zal, als alles goed gaat, het hart worden van de Kop van Zuid en Rotterdam een tweede stadscentrum op de linkeroever van de Maas bezorgen. Voor het zo ver is, zal de stad eerst de benodigde infrastructuur aanleggen: de nieuwe Erasmusbrug die een dezer dagen wordt aanbesteed, een metrostation en de verkeersaansluiting op de zuidelijke rondweg. Deze voorzieningen zullen naar verwachting in 1995 gereed zijn. In deze periode zullen ook de projecten van het Entrepotdok, de Landtong en de Hof van Zuid in aanbouw genomen worden. Daarnaast is al een begin gemaakt met de inrichting van de openbare ruimte. Speciale aandacht is er voor de kade-inrichting en voor de aanlanding van de brug. Pas in 1996 zal de Wilhelminapier verder in ontwikkeling worden genomen. Lancering nieuw stadscentrum Vanaf 1986 werd de Kop van Zuid, mede omdat woningbouw in de sociale sector nauwelijks realiseerbaar bleek te zijn, niet langer meer gezien als overloopgebied van de stadsvernieuwing, maar als centraal deel van Rotterdam. Gemikt werd op de integratie van Noord en Zuid met de rivier als bindend element, op de ontwikkeling van hoogwaardige culturele en recreatieve functies en op het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid en hogere inkomensgroepen. Omdat de mogelijkheden om dergelijke complexe programma’s te realiseren de capaciteiten van de gemeentelijke overheid ver te boven gingen, werd vanaf het begin nadrukkelijk gestreefd naar publiek-private samenwerking.

In de loop van 1986 raakte de planvorming in een stroomversnelling. In september van dat jaar kreeg Teun Koolhaas opdracht van de dienst Stadsontwikkeling om een samenhangend stedebouwkundig ontwerp voor het gebied te ontwikkelen. Het ontwerp van Koolhaas werd in het voorjaar van 1987, begeleid door een uiterst professionele audio-visuele show, aan het publiek gepresenteerd. De essentie van Koolhaas’ plan was de ontwikkeling van een ongedeeld stadscentrum aan beide kanten van rivier. De sleutel hiervoor was de te bouwen brug over de Nieuwe Maas.

Stadsas in noord zuidrichting Koolhaas’ ontwerp voor de Kop van Zuid is vervolgens verder uitgewerkt door de stedebouwkundige dienst. Allereerst werkte deze dienst de consequenties van het project voor de hele stad uit. Doordat het nieuwe stadsdeel geïntegreerd diende te worden in de bestaande stedelijke structuur en de laatste bijgevolg in zijn totaliteit zou worden gemodificeerd, werd in juni 1987 een nieuwe visie op de stad als geheel uitgewerkt. Deze komt tot uitdrukking in het idee van de voortzetting van de zogenaamde ‘stedelijke as’ van de Coolsingel met een brug over de Nieuwe Maas. Deze ontwikkelingslijn zal de Kop van Zuid direct verbinden met het stedelijk centrum, maar ook “samenhang (aanbrengen) tussen delen van de stad die tot nu toe relatief geïsoleerd zijn gelegen”.

↑ Masterplan Kop van Zuid Beeld Dienst Stadsontwikkeling Rotterdam

In 1988 werd de Kop van Zuid aangewezen als één van de vijf voorbeeldprojecten voor publiek-private samenwerking op het gebied van stedelijke vernieuwing. Op grond van het strategische belang ervan voor de uitvoering van de hoofdlijnen van het rijksbeleid met betrekking tot de inrichting van Nederland verwierf het project kort daarna de status van sleutelproject.Het tussen gemeente en rijk gevoerde overleg resulteerde in twee convenanten met respectievelijk het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Door middel van deze convenanten stelde het rijk omvangrijke bedragen beschikbaar voor infrastructurele werken en voor de zogenaamde Grote Bouwlokaties. Op haar beurt ging Rotterdam een uitvoeringsverplichting aan voor de realisering van 335.000 m2 kantoren, 4500 woningen, stedelijke voorzieningen en infrastructuur. Na het raadsbesluit van mei 1989 voor de ontwikkeling van de Kop van Zuid werd het stedebouwkundige plan ontwikkeld tot een globaal eindplan, dat in maart 1991 door de gemeenteraad van Rotterdam werd vastgesteld. Hoogwaardige, internationale kantoor- en bedrijfspanden De kern van het algemene plan voor de Kop van Zuid is de verdere ontwikkeling van het stadscentrum op beide oevers van de Maas. Het plan voorziet in nieuwe bebouwing op de Kop van Zuid en een directe verbinding ervan met het stadscentrum door ondermeer een nieuwe stadsbrug en een metrostation aan de Wilhelminapier, ten einde een optimale ontsluiting vanuit zowel de binnenstad als het zuiden te bewerkstelligen, een hoogwaardige stedelijke openbare ruimte te creëren, waarbij nadrukkelijk de relatie met het waterfront wordt gezocht en de omliggende stadsvernieuwingswijken Feijenoord, Afrikaanderwijk en Katendrecht uit hun isolement te halen.

Op de Wilhelminapier wordt gemikt op hoogwaardige, op de internationale markt georiënteerde kantoor- en bedrijfspanden, met een bruto vloeroppervlak van 377.000 m2, waarvan 187.000 m2 op de Wilhelminapier en 120.000 m2 in de Hof van Zuid zal worden gerealiseerd. Het plan voorziet verder in de bouw van 5.120 woningen, waarvan minimaal 50 procent gebouwd zal worden in de niet-gesubsidieerde sector. Hoogbouw met een grootstedelijk karakter wordt gedacht op de Wilhelminapier, Zuidkade en Rijnhavenkade. Langs de Binnenhaven en de Emplacementsweg wordt etagebouw gepland. In het overige deel van het Binnenhaven- Spoorweggebied wordt voornamelijk laag- tot middelhoogbouw eveneens voor de midden- en hogere inkomensgroepen voorzien. Daarnaast is ruimte gemaakt voor hoogwaardige culturele en toeristische voorzieningen, voornamelijk in relatie met het waterfront. Spanning tussen ambities en referenties Het plan voor de Kop van Zuid wordt gedragen door een aantal thema’s, dat zoveel mogelijk op alle schaalniveaus gedefinieerd is. De stadslandschappelijke setting en het voortbouwen op de sfeer van het gebied zijn daarbij essentieel. In combinatie met de inzet van referenties aan de traditie van de Hollandse stad ontstaan contradicties met de wens om een bruisend, internationaal aanlokkelijk stadscentrum te ontwikkelen dat zijn definitieve invulling zo rond de eeuwwisseling zal krijgen. Dit geldt met name voor de Wilhelminapier waar de hechting aan de historie het sterkst is en de ambities het grootst. Of is het kenmerkend voor dit decennium dat we het liefst met het gezicht naar het ‘vertrouwde’ en ongevaarlijke verleden de toekomst die haar stralende perspectief verloren heeft, tegemoet treden?


↑ Wilhelminapier begin jaren 90. Beeld Peter van Roon

↑ Ontwerp voor de woningbouw op de Landtong door Frits van Dongen

↑ Entrepotdok: invulling met woonblokken door architect Fons Verheijen

↑ Wilhelminapier: principedoorsneden

↑ Masterplan Kop van Zuid Beeld Dienst Stadsontwikkeling Rotterdam

Dit is de verkorte versie van een artikel dat afkomstig is uit ons archief en dat verscheen in de Architect 1993-5.