ARC20 Awards

Zoektocht naar eigen kunnen

Architectuur kan een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van de opwarming van de aarde. Met gebouwen die hun eigen energie opwekken en die sociaal duurzaam zijn, los je al een flink deel van de problemen op. Ook kun je door dakterrassen en parken in het ontwerp te integreren, meer natuur de stad in brengen. Met groen en slim materiaalgebruik bestrijd je hittestress.

Tekst Harm Tilman

Duurzaamheid is echter ook onderdeel van het geheel dat architecten vormgeven. Daarmee verbonden is de vraag wat in de toekomst de permanente consequenties zullen zijn van wat we nu ondernemen. Dit veronderstelt gebouwen die intelligent zijn en kunnen anticiperen op de ontwikkelingen die zich aandienen.

Uitgaande van het idee dat architectuur ruimte creëert voor de activiteiten die mensen en bedrijven met elkaar ondernemen, dienen zich verschillende mogelijkheden aan. Gebouwen kunnen ontworpen zijn met de mogelijkheid om voortdurend te veranderen en zich aan te passen aan een veranderende omgeving. Een andere opvatting is dat je een gebouw zo maakt, dat je het uit elkaar kunt halen als het niet meer voldoet en opnieuw kunt opbouwen. Beide benaderingen, zowel het open bouwen als het circulair bouwen, komen we tegen onder de inzendingen, nominaties en winnaars van de ARC20 Awards. Gelijktijdig wordt dit jaar Jo Coenen gelauwerd met een ARC20 Oeuvre Award, vanwege zijn grote bijdrage aan de Nederlandse en Europese architectuur. De jury eert Coenen vanwege zijn brede en eigenzinnige oeuvre dat is gegroeid en zich blijft ontwikkelen. In zijn publieke gebouwen, stedelijke projecten en grote stedenbouwkundige plannen is de inzet hoog en worden risico’s niet uit de weg gegaan. Tezelfdertijd komt Coenen alle lof toe vanwege zijn niet aflatende inzet voor het vak, de beroepsuitoefening en de ontwikkeling van jong talent.

Respect en potentie

De verbouwing van de loodsen van de voormalige Gare Maritime van Tour & Taxis in Brussel door Neutelings Riedijk tot een overdekte stad van 75.000 vierkante meter, geeft de verlaten Kanaalzone in de Belgische hoofdstad een buitengewone impuls. Dit gebouw is door de jury uitgeroepen tot winnaar van de ARC20 Architectuur Award. In deze reconversie is het respect voor dit historische gebouw op overtuigende wijze gecombineerd met de potenties ervan, in termen van programma op deze plek. De architect is erin geslaagd om de monumentale binnenruimte onder hoge kappen van dit voormalige goederenstation te bewaren en dit te combineren met de volumes die nodig zijn voor het nieuwe programma. Onder de lage kappen zijn de verlangde kantoor- en winkelruimtes ondergebracht in een veelvoud aan volumes die geheel zijn opgetrokken in Cross Laminated Timber (CLT). Deze volumes zijn onderling verbonden door een netwerk van trappen en hellingbanen en vormen het grootse houten gebouw van Europa. De keuze voor hout als bouwmateriaal past in een bredere argumentatie over duurzaamheid. De constructie is circulair en bestaat uit demontabele verbindingen en modulaire bouwelementen. Dankzij de glasgevels met zonnecellen en de zonnepanelen op de hoogste daken is het gebouw energie-neutraal. Op alle niveaus – constructie, installatie, materiaalgebruik, groen, gezondheid – zijn vergaande duurzaamheidsmaatregelen genomen, zoals warmte-koudeopslag en hergebruik van hemelwater. Tegelijkertijd is die duurzaamheid ook vormgegeven. De dakspanten van het vroegere station lopen perfect over in de houten volumes waarin kantoren en winkels komen. Binnen de gietijzeren constructie van het gebouw is met behulp van de houten paviljoens een architectuur gecreëerd die verfijnd en geavanceerd is. Zoals Geert Sels in de Standaard fraai opmerkt, is het gebouw “zowel groots als binnen handbereik”.

Belgian attraction

Opvallend is de manier waarop Neutelings Riedijk de kwaliteit van het bestaande gebouw heeft geaccentueerd en verdiept. De blokken zijn zorgvuldig afgestemd op de breedte- en hoogtematen van het oorspronkelijke gebouw. Zelf spreekt de architect met recht van een ingetogen architectuur. Deze opstelling heeft Neutelings Riedijk gemeen met veel Vlaamse architecten. Overigens geldt dit bureau in Vlaanderen ondanks zijn Rotterdamse roots als een Belgisch bureau. Onder Nederlandse architecten staat België hoog aangeschreven. De Belgische architecten lijken iets in handen te hebben wat we in Nederland zijn kwijtgeraakt. Zo bekende rijksbouwmeester Floris Alkemade onlangs een groot zwak te hebben voor de Belgische architectuur. In dit land “bestaat nog een cultuur waarin architecten het gehele ontwerp realiseren, tot en met de bouwplaats toe. Dat is iets wat we in Nederland in snel tempo aan het verliezen zijn. Op deze erosie van de ontwerpcultuur moeten we veel alerter zijn.” De kracht van de Belgische ontwerpcultuur begint nu ook door te dringen tot ARC20 Awards. Naast het in Brussel gesitueerde gebouw van Neutelings Riedijk, gaan in nog eens twee categorieën Belgische architecten er met de palmares vandoor. Zo wordt het Gentse bureau FELT door de jury van de ARC20 Jong Talent Award uitvoering geprezen vanwege hun “verlangen om te maken” En bij de ARC20 Detail Award laat het jonge Belgisch bureau AE-architecten twee gerenommeerde Nederlandse architectenbureaus zijn hielen zien met een volstrekt unieke woning.

Pleidooi voor lef en maatwerk

De jury van de ARC20 Detail Award maakte het zich dit jaar onbewust moeilijk door twee gebouwen uit het Hollandse woonlandschap te nomineren, tezamen met een huis dat alleen in het Vlaamse woonlandschap kan ontstaan. Op het eerste gezicht zijn er veel overeenkomsten. Zo zijn alle drie de projecten geselecteerd op de synergie tussen opdrachtgever en architect. In alle drie zie je volgens de jury terug, dat de samenwerking “vruchtbaar, respectvol en nieuwsgierig” was. Maar verder kunnen de verschillen niet groter zijn. Francis Strauven heeft eens opgemerkt, dat het Vlaamse woonlandschap teruggaat tot middeleeuwse nederzettingen, waarin de bewoners een individualistische houding cultiveerde vanuit een weerstand tegen opeenvolgende buitenlandse overheersing. Volgens Strauven is het elementaire bestanddeel van de Vlaamse stad niet zoals in Nederland, de straat en het bouwblok, maar het individuele huis. Juist voor de charmes van dit ‘individuele huis’ is de jury van de ARC20 Detail Award gevallen, door de prijs toe te kennen aan Woning JJ in Gent van AE-architecten. Ze looft de caleidoscopische detaillering en het zichtbare plezier en het hoge ambitieniveau van het ontwerp op ieder niveau. “De afzonderlijk gedetailleerde ruimtes met ieder hun eigen sfeer vormen samen een totaliteit”, aldus de jury. Daarmee is het juryrapport tevens een onverhoeds pleidooi voor meer lef en maatwerk in de Nederlandse architectuur.

Jong talent

Ook de jury van de ARC20 Jong Talent Award is gevallen voor de charme van de Vlaamse architectuur. Zij koos FELT architecture & design uit als winnaar. Dit door Jasper Stevens en Karel Verstaeten in 2014 opgerichte bureau beschikt op jonge leeftijd al over een omvangrijk en gevarieerd portfolio met projecten op uiteenlopende schaal en snelheid. Het is een opvallend verschil met de Nederlandse condities, waarin jonge architecten vanwege de verplichting van eerdere referenties weinig kansen krijgen en zo een groot risico lopen ‘for ever young’ te blijven. Als belangrijkste werk van FELT geldt wellicht Basisschool De Linde in Zarren (B). Op verschillende manieren gaan zij hier de dialoog aan met de fysieke context. Interessant is dat dit project ook beantwoordt aan de ruimtelijke agenda van de voormalig Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck. Deze wilde open ruimte behouden en creëren door te focussen op de verdichting van bestaande bebouwde gebieden. De school levert aan deze doelstelling effectief een bijdrage.

Zoektocht naar eigen kunnen

Dit werk is niet alleen verbonden met de actuele context, de veranderingen daarin en de hiermee verbonden uitdagingen en kansen, maar is ze ook schatplichtig aan de Vlaamse architectuurtraditie. Ook de jury signaleert de spanning die bij FELT bestaat tussen opbouwen en vertrekken. FELT schrijft zich in het bekende, maar weet daaraan ook te ontsnappen. Het is terecht dat de jury deze zoektocht naar eigen kunnen als voorbeeldig ziet voor de gehele vakdiscipline. Een bureau dat deze zoektocht naar eigen kunnen op het niveau van het interieur telkenmale met veel succes weet te bewandelen, is i29 interior architects. Dit bureau beoefent het vak op hoog niveau en weet steevast weer met verassende oplossingen te komen. Hun ontwerp voor Felix Meritis in Amsterdam is dan ook de terecht winnaar van de ARC20 Interieur Award. De jury die de interieurbranche een meer doorleefde benadering van duurzaamheid toewenst, is terecht enthousiast. In het ontwerp respecteren de ontwerpers de monumentaliteit van het bestaande pand en hanteren ze voor het nieuwe programma per verdieping een andere strategie. Resultaat is een boeiende dialoog tussen nieuwe delen en bestaande zalen. Volgens de jury vormt Felix Meritis een geslaagde synthese van functionaliteit en uitmuntende vormgeving. De vervlechting van historische waarde met eigentijdse eigenzinnigheid maakt het in de ogen van de jury tot een geslaagde winnaar.

Van stoel tot stad

Komende periode dienen in Nederland veel woningen te worden gerealiseerd en de voorraad te worden uitgebreid. Een voorbeeldproject in dit opzicht is woongebouw SAWA in Rotterdam, een gezamenlijke ontwikkeling door Nice Developers en Mei architects and planners, dat dit jaar de ARC20 Innovatie Award in de wacht sleept. Volgens de jury toont SAWA hoe de toekomst eruit kan zien, door de toepassing van hout, de ontwikkeling van een typologie, de bijdrage aan een gezonde en inclusieve stad, de bijdrage aan de industrie en de vernieuwing in de beleving. SAWA laat zich zo lezen als een geslaagde synthese van al deze innovaties. Van een vergelijkbare inzet, maar op een geheel ander schaalniveau is het meubilair dat Studio Ossidiana ontwierp voor zijn papegaai. Dit ‘Furniture for Humans and Birds’ is dit jaar winnaar van de ARC20 Meubel Award. In de optiek van de ontwerpers hebben dieren meer betekenis voor mensen dan als toeleveranciers van vlees en leer. Het levert een radicaal ander vertrekpunt op. Dieren leven niet samen met mensen, maar omgekeerd mensen met dieren. De meubelstukken, gemaakt uit restmateriaal en daarmee circulair, zetten op eloquente wijze aan tot denken over de mogelijke relaties tussen mens en dier. Onder de inzendingen voor de ARC20 Stedenbouw Award bevinden zich veel plannen voor binnenstedelijke transformatie in hoge dichtheid. Vaak worden daarbij volgens de jury op een vanzelfsprekende manier meerdere urgenties meegenomen in de planvorming, waaronder mobiliteit, circulariteit, energie en gezondheid. Terecht vraagt de jury zich af of alle getoonde ambities waar kunnen worden gemaakt in de huidige dynamiek van de markt.

Woningbouw, verdichting en klimaataanpassing

In de genomineerde plannen speelt de uitdaging van de klimaatadaptatie een grote rol. In ZOHO is op de daken van de bestaande stad door de ontwerpers een goed vormgegeven en aantrekkelijk landschap geprojecteerd. Deze landschappelijke laag vormt een boeiend uitgangspunt voor de verdere verdichting van ZOHO. Maar achter dit landschap zit ook een klimaat adaptieve strategie, in de vorm van reservoirs voor de opvang van regenwater en irrigatiesystemen in geval van droogte. In De Nieuwe Kern weet West 8 van een chaotisch gebied dat doorsneden wordt door infrastructuur en belast is met schier onmogelijke randvoorwaarden, een samenhangend stedelijk gebied te maken met een sterke identiteit. Cruciaal daarbij is de aanleg van een centraal park met waterpartijen, dat in de lengterichting van het gebied loopt van de Amstelscheg naar Amsterdam Duivendrecht. Deze drager kan met uiteenlopende typologieën worden ingevuld. De waterhuishouding in relatie met de bodemproblematiek speelt een cruciale rol. West 8 stelt voor om het waterpeil, dat wordt bepaald door twee poldersystemen, gelijk te trekken. Dit biedt de mogelijkheid de waterpartijen te hergroeperen en parallel aan het park te organiseren. Behalve dat hiermee effectief wordt ingespeeld op de klimaatverandering, ontstaat een robuuste hoofdstructuur die veel ruimte biedt voor verdere invulling.

Overheid aan zet

Al met al is De Nieuwe Kern een overtuigend stedenbouwkundig plan en daarmee een waardige winnaar van de ARC20 Stedenbouw Award. Het plan onderstreept het belang van schaal als het gaat om het bereiken van een klimaat-adaptieve gebouwde omgeving. Maar het laat tevens zien, dat dit niet alleen een verantwoordelijkheid van architecten en stedenbouwkundigen is. Ook de overheid is nadrukkelijk aan zet als het gaat om het bereiken van duurzame fysieke omgevingen. Of zoals Thomas Rau het ooit zei, de overheid moet met behulp van wet- en regelgeving doen wat nodig is. Dan doet de markt wel wat mogelijk is.